Wijzigingen belasting 2014

Op 18 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2014. Dat betekent dat per 1 januari belastingtarieven wijzigen. In een handzaam overzicht worden de diverse bedragen weergegeven.

Download “Wijzigingen in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2014” (pdf, 38 pagina’s)

* In 2014 is de AOW-leeftijd 65 jaar en 2 maanden.

* Vanaf 1 januari 2014 is de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk gemaakt. Dat betekent dat vanaf een inkomen van € 19.645 de algemene heffingskorting lager wordt naarmate het belastbare inkomen uit werk en woning stijgt.

* Met ingang van 2014 wordt het tarief waartegen de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in de vierde belastingschijf kunnen worden afgetrokken elk jaar met 0,5%-punt verlaagd totdat het aftrektarief 38% bedraagt. Het tarief zal echter niet verlaagd worden tot onder het tarief van de derde belastingschijf. In 2014 bedraagt het tarief voor de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning daarom 51,5% voor zover de aftrek plaats zou vinden tegen het tarief van de vierde schijf.

* WOZ percentage: WOZ waarde tussen 75.000 en 1.040.000 is 0,70% (2013: 0,6%)

* KEW/SEW/BEW vrijstelling
• € 36.300 (€ 35.700) bij 15 tot en met 19 jaar premiebetaling;
• € 160.000 (€ 157.000) bij 20 jaar of langer premiebetaling.
De totale vrijstelling kan nooit meer bedragen dan € 160.000 (€ 157.000) per belastingplichtige gedurende zijn leven.

* De jaarruimte bedraagt maximaal € 25.181 (€ 27.618). De reserveringsruimte bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 15,5% van de premiegrondslag met een maximum van € 6.989 (€ 6.989). Voor belastingplichtigen die bij het begin van het kalenderjaar een leeftijd hebben bereikt van 55 jaar en 2 maanden, wordt het maximumbedrag van € 6.989 verhoogd tot € 13.802 (13.802).

* Er is een fiscaalverzachtende afkoopregeling voor lijfrenteverzekeringen met een waarde in het economische verkeer van maximaal € 4.242 (€ 4.242). De afkoop van een dergelijke ‘kleine lijfrente’ wordt alleen in de heffing van loon- en inkomstenbelasting betrokken. De berekening van de revisierente – die normaliter verschuldigd is – blijft hierbij achterwege.

* De ondernemer die aan het urencriterium voldoet en die bij de aanvang van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, kan bij het bepalen van de in een kalenderjaar genoten winst over dat jaar toevoegen aan de oudedagsreserve. Dit betekent dat hij elk jaar een bepaald bedrag als aftrekpost ten laste van de winst mag brengen. De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar bedraagt 10,9 % (12%) van de winst, maar niet meer dan € 9.542 (€ 9.542).

Bron: Rijksoverheid