Starter blijkt geen koper

Potentiële starters blijven zoeken naar een huis. Ruim tweederde van de starters heeft zich het afgelopen jaar georiënteerd op de woningmarkt. Zij zetten echter niet door, slechts een kwart komt na de huizenzoektocht ook tot een bod. Daarmee heeft in totaliteit slechts één op de vijf starters het afgelopen jaar een bod uitgebracht. Dat blijkt uit het ING Woonbericht.

Elk kwartaal meet de ING het vertrouwen in de woningmarkt onder potentiële starters en koopwoningbezitters. De weergave van dit vertrouwen – de WoonIndex – staat onveranderd op 89 punten. Een stand onder de 100 betekent dat nog altijd meer mensen negatief dan positief denken over de woningmarkt. Ten aanzien van de hypotheekrente, het aantal huizen dat verkocht zal worden en de eigen financiële situatie is de houding van de consumenten onveranderd. Intussen blijven consumenten vermogen opbouwen. Het aantal koopwoningbezitters dat vermogen opbouwt om de hypotheek na dertig jaar af te lossen, is nagenoeg gelijk aan het vierde kwartaal van 2011 (59 procent).

ING: ‘Er zijn de laatste tijd veel plannen gepresenteerd over de woningmarkt, maar consumenten wachten af wat er daadwerkelijk gaat gebeuren. Dat verklaart het ongewijzigde sentiment. Vier op de vijf starters verwacht een verdere daling van de huizenprijzen. De gedaalde huizenprijzen zorgen ervoor dat het voor starters nu een gunstige periode is om een huis te kopen.’

Het aantal starters dat zich zorgen maakt over het kunnen kopen van een woning is afgenomen naar 38 procent (was in het derde kwartaal nog 47 procent). Bijna 90 procent van de starters denkt dat er nu meer ruimte is om te onderhandelen over de prijs van een huis dan een jaar geleden. Daarnaast denken met name starters (66 procent) dat ze nu meer ‘huis’ voor hun geld kunnen krijgen. De belangrijkste reden voor starters om geen bod uit te brengen op een huis dat ze op het oog hebben is de onzekere economie (35 procent) en de onduidelijkheid over de hypotheekrenteaftrek (22 procent).

ING: ‘Wij zien dat starters zich in grote aantallen oriënteren maar dat het nog beperkt tot aankopen leidt. Opvallend hierbij is dat 29 procent van de starters aangeeft dat de huizen niet voldoen aan de wensen. Zonder starters blijft herstel van de woningmarkt uit. Starters zetten niet echt door omdat ze onvoldoende weten waar ze aan toe zijn. Aan die onzekerheid moet zo snel mogelijk een einde komen. De woningmarkt is gebaat bij een integrale aanpak waarbij naar alle facetten van huren en kopen wordt gekeken. Belangrijk hierbij is dat maatregelen geleidelijk worden ingevoerd met compensatie voor die consumenten die financieel geraakt worden.’

Voor koopwoningbezitters zit de woningmarkt letterlijk op slot. Zij wachten (69 procent) op de verkoop van het eigen huis voordat ze een bod uitbrengen op een ander huis. Van de koopwoningbezitters heeft 14 procent zich het afgelopen jaar georiënteerd op een nieuwe woning.

Drie op de tien woningbezitters en starters verwacht dat de overdrachtsbelasting van twee procent per 1 juli 2012 gehandhaafd blijft. Een op de tien woningbezitters en zes procent van de starters verwacht dat de overdrachtsbelasting definitief wordt afgeschaft. Het merendeel van de woningbezitters (36 procent) en starters (40 procent) verwacht echter dat de overdrachtsbelasting teruggaat naar het oude niveau van zes procent. ING is voorstander van handhaving van het verlaagde percentage overdrachtsbelasting of voor volledige afschaffing als onderdeel van een integrale aanpak.

Consumenten reageren negatief op mogelijke plannen waarbij maximaal 90 procent van de waarde van de koopwoning geleend mag worden (52 procent van de starters reageert negatief,40 procent koopwoningbezitters). De helft van de starters denkt dat zij als gevolg van dit plan de eerstkomende jaren geen huis kunnen kopen.
Bron: InFinance