Onslagrecht vereenvoudigd
Onderdeel van het wetsvoorstel is ook dat werknemers bij ontslag een financiële vergoeding krijgen die ingezet moet worden voor scholing of voor het vinden van een nieuwe baan.
Er komt bovendien één route voor het ontslaan van werknemers. Het huidige stelsel kent twee verschillende ontslagroutes, via het UWV of via de rechter; het is daarmee volgens de minister nodeloos ingewikkeld en kan in gelijke situaties leiden tot ongelijke uitkomsten. Straks mag een werkgever een werknemer ontslaan zonder toetsing vooraf. De opzegtermijn van werkgevers en werknemers om een contract te kunnen beëindigen, wordt voortaan twee maanden voor iedereen. De werkgever moet het ontslag wel goed motiveren. Ook moet een hoorprocedure worden gevolgd waarbij de werkgever het ontslag aankondigt en de werknemer hierop kan reageren. Is de werknemer het niet eens met het ontslag, dan kan hij of zij naar de rechter stappen. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat werkgevers en werknemers zich in ieders belang inspannen om de hoorprocedure zo zorgvuldig te voeren dat een onnodige gang naar de rechter wordt voorkomen.
De werkgever gaat de kosten dragen van de eerste periode werkloosheid van ontslagen werknemers met tijdelijke of vaste contracten, tot maximaal zes maanden. De precieze vormgeving moet nog worden uitgewerkt. De extra kosten voor werkgevers worden gecompenseerd door lagere ontslagkosten. Dit motiveert werkgevers om werknemers te helpen bij het snel vinden van nieuw werk. De overheid bespaart door deze maatregel één miljard euro per jaar.
Bron: Rijksoverheid, 19-06-2012