Starter moet woningmarkt aanslingeren

Wil de woningmarkt een nieuwe impuls krijgen dan moeten de mogelijkheden voor starters om een huis te kopen worden vergroot. Daar ligt de sleutel voor het herstel van de huizenmarkt. Dat schrijft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een rapport over de Nederlandse hypotheekmarkt. Een van de conclusies is dat het beleid van de overheid gericht moet zijn op het vergroten van de mogelijkheden van de starter op de woningmarkt.

“Voor deze woningmarktcrisis is het typerend dat de starter het beginpunt van de analyse moet zijn”, zegt EIB-directeur Taco van Hoek. “Woningeigenaren zijn bezorgd over de verkoopmogelijkheden van hun huidige woning, dus kopen ze pas een huis als eerst de eigen woning verkocht is. Je hebt dus een trigger nodig waardoor er beweging ontstaat op de woningmarkt.”

Volgens Van Hoek is het aanbod van woningen in Nederland groot, maar niet doordat er te veel is bijgebouwd. “Het zijn allemaal eigenaar-bewoners die willen verhuizen, maar die wens niet kunnen realiseren omdat ze aan die oude woning vastzitten.”

Dat probleem speelt niet bij de starter. Die wordt echter beperkt in zijn mogelijkheden een eerste huis te kopen: de onzekere situatie op de arbeidsmarkt en de aangescherpte hypotheekvoorwaarden. De dalende woningprijzen werken twee kanten op: een huis is nu goedkoper dan een paar jaar geleden en dus beter betaalbaar, maar zorgt ook voor een afwachtende houding van potentiële kopers omdat de prijsdaling kan doorzetten.

Het EIB adviseert daarom de kosten koper voor een starter sterk terug te dringen. Dat kan door de overdrachtsbelasting helemaal af te schaffen of door een belastingkorting van bijvoorbeeld 10.000 euro op de overdrachtsbelasting. Daardoor zou een huis tot een waarde van 170.000 euro effectief vrij van overdrachtbelasting zijn. Zo’n belastingkorting zou de Staat volgens het EIB 1,6 miljard euro aan belastinginkomsten kosten.

EIB wijst ook op de mogelijkheid in Duitsland: bouwsparen. Als iemand tot 250 euro per maand belastingvrij mag sparen gedurende vijf jaar, levert dat een spaarpot van 15.000 euro plus rente op. Verder zou de ‘gedwongen winkelnering’ bij de notaris kunnen vervallen.

Veel aandacht besteedt het rapport aan de hoogte van de hypotheekrente in Nederland. Vanaf 2008 is het verschil tussen de marktrente op een staatsobligatie en de gemiddelde rente op hypotheken sterk toegenomen. Jaren achtereen viel de actuele hypotheekrente minder dan een procentpunt hoger uit. Inmiddels schommelt het verschil tussen de 1,5 en 2,5 procentpunten.

Volgens het EIB is een deel van de hogere rente te verklaren uit de hogere toezichteisen op de banken. Maar er blijft een onverklaarbare marge van 0,5 tot 0,75 procent over.

Bron: FD, 09-02-2012